Russisch krijgsgevangenenkamp
Enkele weken na de start van operatie Barbarossa, de Duitse aanval op de Sovjetunie, kwamen de eerste gevangenentransporten aan in Bergen-Belsen. Tegen juli 1941 zaten er reeds zo'n 21.000 Russische krijgsgevangenen opgesloten. Zij leefden in erbarmelijke omstandigheden: gewoon in open lucht omringd door prikkeldraad, zonder enige sanitaire voorzieningen. Het gevolg was dat tegen februari 1942 meer dan 18.000 gevangenen waren omgekomen. Velen overleden aan de gevolgen van dysenterie, maar het was vooral de tyfusepidemie van november 1941 die het merendeel van de slachtoffers eiste.